An articulated work machine has a front frame and a rear frame connected for pivotal movement therebetween for steering the machine by an articulation joint. Each of the front and rear frames has two driven wheels, spaced laterally, each having a brake associated therewith. As the machine articulates during steering, one or more of the wheels may lose traction and slip. An electronic traction control system receives measured wheel speed signals and an articulation angle signal, calculates a desired wheel speed responsive to the wheel speed and articulation angle signals, and selectively applies the brakes until the measured wheel speed is equal to the desired wheel speed.

Een gearticuleerde het werkmachine heeft een voorkader en een achterkader dat voor centrale beweging wordt verbonden therebetween voor het sturen van de machine door een verbindingsverbinding. Elk van de voor en achterkaders heeft twee gedreven lateraal uit elkaar geplaatste wielen, elk die een daarmee bijbehorende rem hebben. Aangezien de machine tijdens leiding articuleert, kunnen één of meer van de wielen tractie verliezen en uitglijden. Een elektronisch systeem van de tractiecontrole ontvangt de gemeten signalen van de wielsnelheid en een signaal van de verbindingshoek, berekent een gewenste wielsnelheid ontvankelijk voor de van de wielsnelheid en verbinding hoeksignalen, en past selectief de remmen toe tot de gemeten wielsnelheid aan de gewenste wielsnelheid gelijk is.