A method of operating an implantable medical device is provided. A plurality of atrio-ventricular (AV) measurement signals is received. A QT interval is determined. The QT interval is a function of the AV measurement signals. Each of the plurality of AV measurement signals is compared with the QT interval. Finally, if one of the plurality of AV measurement signals is less than the QT interval, a difference between the one of the plurality of AV measurement signals and the QT interval is stored.

Een methode om een inplanteerbaar medisch hulpmiddel wordt in werking te stellen verstrekt. Een meerderheid van atrio-ventricular (AV) metingssignalen wordt ontvangen. Een QT interval wordt bepaald. Het QT interval is een functie van de AV metingssignalen. Elk van de meerderheid van AV metingssignalen wordt vergeleken met het QT interval. Tot slot als één van de meerderheid van AV metingssignalen minder dan het QT interval is, wordt een verschil tussen één van de meerderheid van AV metingssignalen en het QT interval opgeslagen.