Methods and apparatus for processing information, e.g., audio, video or image information, for transmission in a communication system are disclosed. In an illustrative embodiment, a multiple program coder encodes a bitstream for each of the programs, in accordance with a specified bit allocation. An outer code encoder receives the encoded bitstreams from the multiple program coder, and jointly applies an outer code, e.g., a CRC code, RS code, BCH code or other type of linear block code, to subblocks of a subset of the resulting encoded bitstreams. The outer code is applied such that subblocks of each of the encoded bitstreams in the subset of the encoded bitstrcams are associated with a single outer code block. The number of subblocks associated with a given outer code block may be an integer or non-integer number of code blocks. The invention allows a designated number of program subblocks to share a given outer code block, such that outer code error flags can be generated for smaller groups of bits per program than would otherwise be possible. An inner code encoder may be used to apply an inner code, e.g., a convolutional code, turbo code or trellis coded modulation, to the resulting outer code blocks.

De methodes en de apparaten om informatie, b.v., audio, video of beeldinformatie, voor transmissie in een communicatie systeem worden te verwerken onthuld. In een illustratieve belichaming, codeert een veelvoudige programmacodeur een bitstream voor elk van de programma's, overeenkomstig een gespecificeerde beetjetoewijzing. Een buitencodecodeur ontvangt gecodeerd bitstreams van de veelvoudige programmacodeur, en past gezamenlijk een buitencode, b.v., een CRC code, code RS, de code van BCH of ander type van lineaire blokcode, op subblocks van een ondergroep van gecodeerd voortvloeien toe bitstreams. De buitencode wordt toegepast dusdanig dat subblocks van elk van gecodeerd bitstreams in de ondergroep van gecodeerd bitstrcams met één enkel buitencodeblok worden geassocieerd. Het aantal subblocks verbonden aan een bepaald buitencodeblok kan een geheel of niet-geheelaantal zijn codeblokken. De uitvinding staat een aangewezen aantal programma toe subblocks om een bepaald buitencodeblok te delen, dusdanig dat de buitenvlaggen van de codefout voor kleinere groepen beetjes per programma kunnen worden geproduceerd dan anders mogelijk zou zijn. Een binnencodecodeur kan worden gebruikt om een binnencode, b.v., een kronkelcode, turbocode of latwerk gecodeerde modulatie, op de resulterende buitencodeblokken toe te passen.