A circumferential ablation catheter is provided that is particularly useful
for ablating a circumferential region of tissue in a tubular region of or
near the heart, such as a pulmonary vein. The catheter comprises an
elongated tubular catheter body having an outer wall, proximal and distal
ends, and a lumen extending therethrough. The catheter also comprises a
generally tubular inner support member having proximal and distal ends and
a lumen extending therethrough. A proximal portion of the inner support
member extends into the lumen of the catheter body, and a distal portion
of the inner support member extends outside the catheter body. A
circumferential ablation element, such as an ultrasound transducer, is
mounted on the distal portion of the inner support member outside the
catheter body. A moveable tube extends through the lumen of the inner
support member and through the catheter body. The moveable tube is
longitudinally moveable relative to the inner support member and catheter
body and has a distal end that extends beyond the distal end of the inner
support member. An inflatable balloon is provided generally in surrounding
relation to the circumferential ablation element. The inflatable balloon
has a proximal end attached, directly or indirectly, to the distal end of
the catheter body and a distal end attached, directly or indirectly, to a
portion of the moveable tube that extends beyond the distal end of the
inner support member. Longitudinal movement of the moveable tube relative
to the catheter body and inner support member causes movement of the
distal end of the balloon relative to the proximal end of the balloon to
thereby change the length and shape of the expanded balloon.
Een perifere ablatiecatheter wordt verstrekt die bijzonder nuttig is om een perifeer gebied van weefsel in een tubulair gebied van of dichtbij het hart, zoals een longader weg te nemen. De catheter bestaat uit een verlengd tubulair catheterlichaam dat een buitenmuur, proximale en distale einden, en een lumen heeft dat zich daardoor uitbreidt. De catheter bestaat ook uit een over het algemeen tubulair binnensteunlid proximale en distale einden hebben en uit een lumen die zich daardoor uitbreiden. Een proximaal gedeelte van het binnensteunlid breidt zich in het lumen van het catheterlichaam uit, en een distaal gedeelte van het binnensteunlid breidt zich buiten het catheterlichaam uit. Een perifeer ablatieelement, zoals een ultrasone klankomvormer, wordt opgezet op het distale gedeelte van het binnensteunlid buiten het catheterlichaam. Een beweegbare buis breidt zich door het lumen van het binnensteunlid en door het catheterlichaam uit. De beweegbare buis is in de lengte beweegbaar met betrekking tot het binnensteunlid en het catheterlichaam en heeft een distaal eind dat zich na het distale eind van het binnensteunlid uitbreidt. Een opblaasbare ballon wordt verstrekt over het algemeen in omringende relatie aan het perifere ablatieelement. De opblaasbare ballon heeft een proximaal eind in bijlage, direct of onrechtstreeks, aan het distale eind van het catheterlichaam en een distaal eind in bijlage, direct of onrechtstreeks, aan een gedeelte van de beweegbare buis die zich na het distale eind van het binnensteunlid uitbreidt. De longitudinale beweging van de beweegbare buis met betrekking tot het catheterlichaam en het binnensteunlid veroorzaakt beweging van het distale eind van de ballon met betrekking tot het proximale eind van de ballon aan daardoor verandering de lengte en de vorm van de uitgebreide ballon.
