A turbine fuel pump includes: a casing for casing an electric motor; a pump
housing disposed at the casing, and an impeller rotatably disposed in the
pump housing. The pump housing includes a fuel passage between an intake
port and a delivery port. The fuel passage includes a flow path defining a
cross section S. The impeller has an outer periphery formed with a vane
which force feeds the fuel in the fuel passage when the impeller is
rotated with the electric motor. The vane defines a height H and a
thickness T. The fuel passage defines the following typical dimension Rm:
Rm=S/(2H+T).
A wall of the flow path defining the cross section S is profiled by a
profile length Lp. The profile length Lp divided by the typical dimension
Rm makes a dimension ratio Lp/Rm in a first range from 11 to 16.
Een pomp van de turbinebrandstof omvat: een omhulsel voor het insluiten van een elektrische motor; een pomphuisvesting die bij het omhulsel wordt geschikt, en een drijvende kracht die draaibaar in de pomphuisvesting wordt geschikt. De pomphuisvesting omvat een brandstofpassage tussen een opnamehaven en een leveringshaven. De brandstofpassage omvat een stroomweg bepalend een dwarsdoorsnede S. De drijvende kracht heeft een buitenperiferie die met een vin wordt gevormd die de kracht de brandstof in de brandstofpassage voedt wanneer de drijvende kracht met de elektrische motor wordt geroteerd. De vin bepaalt een hoogte H en een dikte T. De brandstofpassage bepaalt de volgende typische afmeting Rm: Rm=S/(2H+T). Een muur van de stroomweg die de dwarsdoorsnede S bepaalt wordt geprofileerd door een profiellengte Lp. De profiellengte Lp die door de typische afmeting Rm wordt verdeeld maakt een afmetingsverhouding Lp/Rm in een eerste waaier van 11 tot 16.
