A communications component comprises a first data port interface supporting
a plurality of data ports transmitting and receiving data. A second data
port interface supports a plurality of data ports transmitting and
receiving data. An internal memory communicates with the first data port
interface and the second data port interface. A memory management unit
includes an external memory interface for communicating data from at least
one of the first data port interface and the second data port interface
and an external memory. A plurality of independent communication channels
is provided. The independent communication channels communicate data and
messaging information between the first data port interface, the second
data port interface, the internal memory, and the memory management unit.
The memory management unit directs data from one of the first data port
interface and the second data port interface to one of the internal memory
and the external memory interface according to a predetermined algorithm.
The predetermined algorithm allocates memory locations between the
internal memory and the external memory based upon an amount of the
internal memory available for each of the plurality of data ports.
Een communicatie component bestaat uit een eerste interface van de gegevenshaven ondersteunend een meerderheid van gegevenshavens die en gegevens overbrengen ontvangen. Een tweede interface van de gegevenshaven steunt een meerderheid van gegevenshavens die en gegevens overbrengen ontvangen. Een intern geheugen communiceert met de eerste interface van de gegevenshaven en de tweede interface van de gegevenshaven. Een eenheid van het geheugenbeheer omvat een externe geheugeninterface voor het meedelen van gegevens van minstens één van de eerste interface van de gegevenshaven en de tweede interface van de gegevenshaven en een extern geheugen. Een meerderheid van onafhankelijke communicatiekanalen wordt verstrekt. De onafhankelijke communicatiekanalen delen gegevens en overseineninformatie tussen de eerste interface van de gegevenshaven, de tweede interface van de gegevenshaven, het interne geheugen, en de eenheid van het geheugenbeheer mee. De eenheid van het geheugenbeheer leidt gegevens van één van de eerste interface van de gegevenshaven en de tweede interface van de gegevenshaven aan één van het interne geheugen en de externe geheugeninterface volgens een vooraf bepaald algoritme. Het vooraf bepaalde algoritme wijst geheugenplaatsen tussen het interne geheugen en het externe geheugen toe dat op een hoeveelheid intern geheugen beschikbaar voor elk van de meerderheid van gegevenshavens wordt gebaseerd.