The surface specific optical diagnostic system includes a first optical
source for providing a first laser input directable to an area of a
surface to be interrogated. A second optical source provides a second
laser input directable to that surface area. These lasers are alignable so
that their surface areas of optical illumination overlap on the
interrogated surface. An output wavelength discriminator receives
reflections of the first and second laser inputs from the interrogated
surface. The output wavelength discriminator is substantially
non-transmissive at the frequencies of the first laser input and the
second laser input but is substantially transmissive at the sum-frequency
of the first laser input and the second laser input. Imaging optics
receive an output of the wavelength discriminator and direct the
propagation of the output so that a real image is formed after propagation
through the imaging optics. A position sensitive detector monitors the
intensity of the real image at the sum-frequency so that the
sum-frequency, as a function of surface position, is converted to an
electronic signal equivalent to the real image.
Het oppervlakte-specifieke optische kenmerkende systeem omvat een eerste optische bron voor het verstrekken van een eerste ingevoerd laser directable aan een gebied van een te ondervragen oppervlakte. Een tweede optische bron verstrekt een tweede ingevoerd laser directable aan die oppervlakte. Deze lasers zijn aligneerbaar zodat hun oppervlakten van optische verlichting op de ondervraagde oppervlakte overlappen. Een discriminant van de outputgolflengte ontvangt weerspiegelingen van de eerste en tweede laserinput van de ondervraagde oppervlakte. De discriminant van de outputgolflengte is wezenlijk niet transmissive bij de frequenties van de eerste ingevoerde laser en de tweede ingevoerde laser maar is wezenlijk transmissive bij de som-frequentie van de eerste ingevoerde laser en de tweede laserinput. De optica van de weergave ontvangt een output van de golflengtediscriminant en leidt de propagatie van de output zodat een echt beeld na propagatie door de weergaveoptica wordt gevormd. Een positie gevoelige detector controleert de intensiteit van het echte beeld bij de som-frequentie zodat de som-frequentie, als functie van oppervlaktepositie, wordt omgezet in een elektronisch signaal gelijkwaardig aan het echte beeld.
