A system, computer program product and method for designing a cache. A
server in a network system, e.g., file system, database system, may
receive requests forming a workload. A trace may be performed on the
workload to provide information such as the frequency count for each
Logical Block Address (LBA) requested in the workload. The trace may then
be analyzed by grouping the LBA's with the same frequency count and
determining the number of groups counted in the trace. Upon analyzing the
trace, an LRU-LFU cache may be designed. An LRU-LFU cache may comprise one
or more stacks of cache entries where the number of stacks corresponds to
the number of frequency groups counted in the trace. Each particular stack
may then have a length based on the number of logical addresses with the
same frequency count associated with that particular stack.
Een systeem, een computerprogrammaproduct en een methode om een geheim voorgeheugen te ontwerpen. Een server in een netwerksysteem, b.v., dossiersysteem, gegevensbestandsysteem, kan verzoeken ontvangen die een werkbelasting vormen. Een spoor kan op de werkbelasting worden uitgevoerd om informatie zoals de frequentietelling voor elk Logisch Adres van het Blok (LBA) gevraagd te verstrekken in de werkbelasting. Het spoor kan dan worden geanalyseerd door LBA'S met de zelfde frequentietelling te groeperen en het aantal groepen te bepalen die in het spoor worden geteld. Op het analyseren van het spoor, kan een geheim voorgeheugen lru-LFU worden ontworpen. Een geheim voorgeheugen lru-LFU kan uit één of meerdere stapels geheim voorgeheugeningangen bestaan waar het aantal stapels aan het aantal frequentiegroepen beantwoordt die in het spoor worden geteld. Elke bepaalde stapel kan een lengte dan hebben die op het aantal logische adressen met de zelfde frequentietelling verbonden wordt gebaseerd aan die bepaalde stapel.