An orthopedic device for securement to the shoes of a patient to be treated to limit the relative angulation between the shoes, and to limit the relative spacing between the shoes while permitting some up and down movement of the feet. The device is formed with an elongate connecting member, with securing elements, one at each end thereof, with at least one of the securing elements being selectively detachable. Anchoring elements are provided on said shoes for pivotal engagement by said securing elements, with the anchoring elements adapted for affixation to the shoes of a patient. The anchoring elements and securing elements are pivotally interengaged, with a combined length less than the length of the shortest of the connected shoes, whereby the connected shoes may be moved up and down and at an angle to each other, while limiting the relative spacing between the shoes, and the possible range of movement of the shoes from a position substantially parallel to each other to one in which the feet of the patient have been rotated from a substantially parallel position.

Een orthopedisch apparaat voor securement aan de schoenen van een patiënt te behandelen om de relatieve hoekige vorm tussen de schoenen te beperken, en het relatieve uit elkaar plaatsen tussen de schoenen te beperken terwijl het toelaten van wat boven en beneden beweging van de voeten. Het apparaat wordt gevormd met een uitgerekt verbindend lid, met het beveiligen van elementen, op elk eind daarvan, met minstens één van de beveiligende elementen die selectief afneembaar zijn. Verankerend worden de elementen voorzien op bovengenoemde schoenen voor centrale overeenkomst door bovengenoemde beveiligende elementen, van de verankerende elementen die voor affixation aan de schoenen van een patiënt worden aangepast. De verankerende elementen en het beveiligen van elementen zijn van groot belang interengaged, met een gecombineerde lengte dan minder de lengte van het kortst van de verbonden schoenen, waardoor de verbonden schoenen boven en beneden en bij een hoek aan elkaar kunnen worden bewogen, terwijl het beperken van het relatieve uit elkaar plaatsen tussen de schoenen, en de mogelijke waaier van beweging van de schoenen van een positie wezenlijk aan elkaar evenwijdig aan in die de voeten van de patiënt van een wezenlijk parallelle positie zijn geroteerd.