A face seal assembly comprises a pair of co-operating seal rings of which one is provided for mounting on a rotary component and the other on a stationary component. The seal rings have substantially radially aligned seal faces between which during operation a seal gap is provided for sealing a zone peripherally outward of the seal faces relative to a zone peripherally inward thereof. A plurality of peripherally spaced recesses effective for pumping a gas are provided in at least one of the seal faces, said gas recesses extending from one periphery of the seal face towards, but the of ends said recesses being radially spaced from, the other periphery thereof. A surface area ratio F.sub.GFA /F.sub.G g in a range between 0.35 and 0.65, preferably 0.4 and 0.6 is provided on the seal face having said gas recesses. F.sub.GFA is the total surface area of the gas recesses as a projection onto the seal face, and F.sub.G is the total surface area of the seal face.

Een assemblage van de gezichtsverbinding bestaat uit een paar samenwerkende zegelringen waarvan voor steun op een roterende component en andere op een stationaire component wordt verstrekt. De zegelringen hebben wezenlijk radiaal verbindingsgezichten gericht waartussen tijdens verrichting een verbinding klooft voor aan de rand naar buiten het verzegelen van een streek van de verbindingsgezichten met betrekking tot een streek aan de rand binnenwaarts daarvan wordt verstrekt. Een meerderheid van aan de rand uit elkaar geplaatste recessen efficiënt om een gas wordt te pompen verstrekt in minstens één van de verbindingsgezichten, bovengenoemde gasrecessen die zich van één periferie van het verbindingsgezicht uitbreiden naar, maar van einden bovengenoemde recessen die radiaal daarvan uit elkaar worden geplaatst van, de andere periferie. Een oppervlakteverhouding F.sub.GFA/F.sub.G g in een waaier tussen 0,35 en 0,65, bij voorkeur 0,4 en 0,6 wordt verstrekt op het verbindingsgezicht hebben gezegdd gasrecessen. F.sub.GFA is de totale oppervlakte van de gasrecessen aangezien een projectie op het verbindingsgezicht, en F.sub.G de totale oppervlakte van het verbindingsgezicht zijn.