A cutter for a surgical drill and/or attachment includes a configured groove section at the proximal end that fits into a clutch mechanism in the drill or attachment. The distal end portion is flattened at above the center line and extends axially a short distance and defines a shoulder with the outer circumference of the shaft of the cutter. A pair of diametrically grooves disposed downstream of the shoulder toward the distal end are formed on the upper and lower portion of the shaft and are oriented in a horizontal plane passing through the center of the flat portion and include in each of the grooves a pair of predetermined angular grooves displaced from the upper circumferential surface with the apex of the angle being in the horizontal plane and another groove adjacent to and upstream of the shoulder toward the proximate end with a predetermined angle with the apex passing through the horizontal plane.

Een snijder voor een chirurgische boor en/of een gehechtheid omvat een gevormde groefsectie op het proximale eind dat in een koppelingsmechanisme in de boor of de gehechtheid past. Het distale eindgedeelte wordt afgevlakt bij boven de middellijn en uitbreidt axiaal een korte afstand en bepaalt een schouder met de buitenomtrek van de schacht van de snijder. Een paar diametraal groeven die stroomafwaarts van de schouder tegen het distale eind worden wordt gevormd op het hogere en lagere gedeelte van de schacht en is georiënteerd in een horizontaal vliegtuig die door het centrum van het vlakke gedeelte overgaan en omvat in elk van de groeven een paar vooraf bepaalde hoekige groeven die van de hogere perifere oppervlakte met de top van de hoek worden verplaatst geschikt die in het horizontale vliegtuig en een andere groef naast en stroomopwaarts van de schouder tegen het naburige eind met een vooraf bepaalde hoek met de top die door het horizontale vliegtuig overgaan zijn.