A scheduler issues instruction operations for execution, but also retains the instruction operations. If a particular instruction operation is subsequently found to be required to execute non-speculatively, the particular instruction operation is still stored in the scheduler. Subsequent to determining that the particular operation has become non-speculative (through the issuance and execution of instruction operations prior to the particular instruction operation), the particular instruction operation may be reissued from the scheduler. The penalty for incorrect scheduling of instruction operations which are to execute non-speculatively may be reduced as compared to purging the particular instruction operation and younger instruction operations from the pipeline and refetching the particular instruction operation. Additionally, the scheduler may maintain the dependency indications for each instruction operation which has been issued. If the particular instruction operation is reissued, the instruction operations which are dependent on the particular instruction operation (directly or indirectly) may be identified via the dependency indications. The scheduler reissues the dependent instruction operations as well. Instruction operations which are subsequent to the particular instruction operation in program order but which are not dependent on the particular instruction operation are not reissued. Accordingly, the penalty for incorrect scheduling of instruction operations which are to be executed non-speculatively may be further decreased over the purging of the particular instruction and all younger instruction operations and refetching the particular instruction operation.

Een planner geeft instructieverrichtingen voor uitvoering uit, maar ook behoudt de instructieverrichtingen. Als een bepaalde instructieverrichting later wordt gevonden worden vereist om niet-speculatief uit te voeren, wordt de bijzondere instructieverrichting nog opgeslagen in de planner. Volgend op het bepalen dat de bijzondere verrichting niet speculatief is geworden (door de uitgifte en de uitvoering van instructieverrichtingen voorafgaand aan de bijzondere instructieverrichting), kan de bijzondere instructieverrichting van de planner worden heruitgegeven. De sanctie voor het onjuiste plannen van instructieverrichtingen die moeten niet-speculatief uitvoeren kan in vergelijking tot het zuiveren van de bijzondere instructieverrichting en de jongere instructieverrichtingen van de pijpleiding en het refetching van de bijzondere instructieverrichting worden verminderd. Bovendien, kan de planner de gebiedsdeelaanwijzingen voor elke instructieverrichting handhaven die is uitgegeven. Als de bijzondere instructieverrichting wordt heruitgegeven, de instructieverrichtingen die van de bijzondere instructieverrichting afhankelijk zijn (direct of onrechtstreeks) kunnen via de gebiedsdeelaanwijzingen worden geïdentificeerd. De planner geeft eveneens de afhankelijke instructieverrichtingen heruit. De verrichtingen van de instructie die op de bijzondere instructieverrichting in programmaorde volgend zijn maar die niet afhankelijk van de bijzondere instructieverrichting zijn worden niet heruitgegeven. Dienovereenkomstig, kan de sanctie voor het onjuiste plannen van instructieverrichtingen die moeten niet-speculatief worden uitgevoerd verder over het zuiveren van de bijzondere instructie en alle jongere instructieverrichtingen en het refetching van de bijzondere instructieverrichting zijn verminderd.