On completion of execution of a current block of instructions, a block completion process searches for potential successor blocks, using block descriptors and egress data structures. For each potential successor block, the process compares a set of entry conditions associated with the block with the exit conditions of the current block and, if a match is found, selects the potential successor block as the current block and executes it. A consistency check is performed, to compare the block identity of the successor block with an expected block identity. Block-following code is selectively planted into translated blocks, to call a successor block directly, by-passing the block completion process. The block-following code is optimised, in that it contains tests for entry conditions only if the results of those tests are not known at the time the block-following code is planted.

Bij de voltooiing van uitvoering van een huidig blok van instructies, een procesonderzoeken van de blokvoltooiing naar potentiële opvolgerblokken, die blokbeschrijvers en van uitgangsgegevens structuren gebruiken. Voor elk potentieel opvolgerblok, vergelijkt het proces een reeks ingangsvoorwaarden verbonden aan het blok met de uitgangsvoorwaarden van het huidige blok en, als een gelijke wordt gevonden selecteert, het potentiële opvolgerblok als huidig blok en het uit voert. Een consistentiecontrole wordt uitgevoerd, om de blokidentiteit van het opvolgerblok met een verwachte blokidentiteit te vergelijken. Blok-na code selectief wordt geplant in vertaalde blokken, om een opvolgerblok te roepen dat direct, het proces van de blokvoltooiing mijdt. De blok-volgende code wordt geoptimaliseerd, in zoverre dat het tests voor ingangsvoorwaarden bevat slechts als de resultaten van die tests niet tegelijkertijd gekend de blok-volgende code wordt geplant zijn.