An end seal for use in an electrophotographic image forming apparatus uses an array of ridges (or grooves) to urge toner inwardly so as to help prevent toner escape. The end seal works in conjunction with a cleaning blade. The end seal includes a blade pocket for mating with the end portions of the cleaning blade and a middle portion having an array of ridges thereon. The ridges are angled inward to urge any toner trapped therebetween inward away from the end seals, where the toner can be directed to a waste reservoir in a normal fashion. This "snowplowing" action of the ridges helps prevent outward migration of toner, thereby minimizing toner escape. The end seal may be composed of two or more layers of differing materials. There may be an end seal at each end of the cleaner blade.

Een eindverbinding voor gebruik in een elektrofotografisch beeld dat apparaten vormt gebruikt een serie van randen (of groeven) om toner binnenwaarts aan te sporen om helpen toner vlucht verhinderen. De eindverbinding werkt samen met een schoonmakend blad. De eindverbinding omvat een bladzak voor daarop het koppelen met de eindgedeelten van het schoonmakende blad en een middengedeelte die een serie van randen hebben. De randen worden gehengeld binnenwaarts om aan te sporen om het even welke opgesloten toner binnenste vanaf de eindverbindingen therebetween, waar toner aan een afvalreservoir op een normale manier kan worden geleid. Deze "snowplowing" actie van de randenhulp verhindert uitgaande migratie van toner, daardoor minimaliserend toner vlucht. De eindverbinding kan uit twee of meer lagen verschillende materialen worden samengesteld. Er kan een eindverbinding zijn op elk eind van het schonere blad.