An automated travel planning apparatus includes three separate databases, including a map database for storing bit-mapped images covering numerous geographic regions, a routing database for storing node, link, and shape data for roads geographically located within the geographic regions and for storing place data indicating the geographic location of places such as towns and cities, and a places of interest database containing the geographic locations of numerous places of interest. A processor within the automated travel planning apparatus may be divided into several functional components, including a map selection component, a routing component, and a place selection component. In response to user input at the user interface, the map selection component chooses a bit-mapped image from the map database for display on the display monitor. After a user selects, via the user interface, a departure point and a destination point, the routing component employs the routing database to generate and display a route between the selected departure and destination points. If the user requests a list of places near the displayed route, the place selection component employs the places of interest database to generate and display a list of places of interest which are within a predetermined distance of the generated route.

Een geautomatiseerd reis planningsapparaat omvat drie afzonderlijke gegevensbestanden, met inbegrip van een kaartgegevensbestand voor het opslaan van bit-mapped beelden die talrijke geografische gebieden omvatten, een het leiden gegevensbestand voor het opslaan van knoop, verbinding, en vormgegevens voor wegen die geografisch binnen de geografische gebieden worden gevestigd en voor het opslaan van plaatsgegevens die op de geografische plaats van plaatsen zoals steden en steden wijzen, en plaatsen van rentegegevensbestand dat de geografische plaatsen van talrijke plaatsen van belang bevat. Een bewerker binnen de geautomatiseerde reis planningsapparaten kan in verscheidene functionele componenten, met inbegrip van een component van de kaartselectie, een het leiden component, en een component van de plaatsselectie verdeeld=worden=. In antwoord op gebruiker die bij het gebruikersinterface wordt ingevoerd, kiest de component van de kaartselectie een bit-mapped beeld van het kaartgegevensbestand voor vertoning op de vertoningsmonitor. Nadat een gebruiker, via het gebruikersinterface, een vertrekpunt en een bestemmingspunt selecteert, wendt de het leiden component het het leiden gegevensbestand aan om een route tussen de geselecteerde vertrek en bestemmingspunten te produceren en te tonen. Als de gebruiker om een lijst van plaatsen dichtbij de getoonde route verzoekt, wendt de component van de plaatsselectie de plaatsen van rentegegevensbestand aan om een lijst van plaatsen van belang te produceren en te tonen die binnen een vooraf bepaalde afstand van de geproduceerde route zijn.