An optical sight system of the invention with a wide range of shooting distances comprises a combination of a telescopic optical sight with a reticle type sight. The reticle sight consists of a partially transparent mirror attached to the outer surface of the telescopic sight at the distal end of the telescopic sight. The telescopic sight supports on its outer surface a light source, which emits a light beam onto the aforementioned partially transparent mirror. The mirror reflects a part of the beam incident on its surface toward a full-reflection mirror attached to the outer surface on the proximal end of the telescopic tube. This mirror is interlocked with the second full-reflection mirror so that when the first full-reflection mirror receives the beam reflected from the semitransparent mirror and carrying the image of the reticle, the second full-reflection mirror closes the eyepiece lens assembly of the telescopic sight and at the same time reflects the image of the target and of the reticle imposed thereupon to the viewer's eye. When it is necessary to use the telescopic sight for aiming at a distant target, the first full-reflection mirror is turned away from the path of the aforementioned beam that carried images of the target and of the reticle, whereas the second full-reflection mirror uncovers the eyepiece lens assembly of the telescopic sight.

Een optisch gezichtssysteem van de uitvinding met een brede waaier van het ontspruiten afstanden bestaat uit een combinatie van een telescopisch optisch gezicht met een dradenkruistype gezicht. Het dradenkruisgezicht bestaat uit een gedeeltelijk transparante spiegel in bijlage aan de buitenoppervlakte van het telescopische gezicht op het distale eind van het telescopische gezicht. Het telescopische gezicht steunt op zijn buitenoppervlakte een lichtbron, die een lichtstraal op de voornoemde gedeeltelijk transparante spiegel uitzendt. De spiegel wijst op een deel van het straalincident op zijn oppervlakte naar een volledig-bezinningsspiegel in bijlage aan de buitenoppervlakte op het proximale eind van de telescopische buis. Deze spiegel wordt met elkaar verbonden met de tweede volledig-bezinningsspiegel zodat wanneer de eerste volledig-bezinningsspiegel de straal ontvangt die van de semitransparent spiegel wordt weerspiegeld en het dragen van het beeld van het dradenkruis, de tweede volledig-bezinningsspiegel de assemblage van de ooglenslens van het telescopische gezicht sluit en tezelfdertijd op het beeld van het doel en van het dradenkruis wijst dat daarop aan het oog van de kijker wordt opgelegd. Wanneer het noodzakelijk is om het telescopische gezicht te gebruiken voor het streven naar een ver doel, wordt de eerste volledig-bezinningsspiegel gedraaid vanaf de weg van de voornoemde straal die beelden van het doel en van het dradenkruis droeg, terwijl de tweede volledig-bezinningsspiegel de assemblage van de ooglenslens van het telescopische gezicht aan het licht brengt.