A method of fabricating a remote intelligent communications device includes providing a substrate having conductive lines formed thereon. The conductive lines include an antenna. An integrated circuit chip and a battery are bonded to the conductive lines on the substrate. A liquid resin and a liquid hardener are provided. At least one of the liquid resin and the liquid hardener has a fluorescent material therein. The liquid resin and the liquid hardener are combined into a liquid epoxy mixture. Radiation is impinged onto the liquid epoxy mixture effective to cause the fluorescent material to fluoresce. From the fluorescing fluorescent material, degree of homogeneity in the liquid epoxy mixture is determined. Upon achieving desired homogeneity, the substrate with chip and battery is encapsulated in the liquid epoxy mixture. After encapsulating, the liquid epoxy mixture is cured into a solid mass.

Een methode om een ver intelligent communicatie apparaat te vervaardigen omvat het verstrekken van een substraat dat geleidende daarop gevormde lijnen heeft. De geleidende lijnen omvatten een antenne. Een spaander van geïntegreerde schakelingen en een batterij worden geplakt op de geleidende lijnen op het substraat. Een vloeibare hars en een vloeibare verharder worden verstrekt. Minstens één van de vloeibare hars en de vloeibare verharder heeft daarin een fluorescent materiaal. De vloeibare hars en de vloeibare verharder worden gecombineerd in een vloeibaar epoxymengsel. De straling wordt op het vloeibare epoxymengsel efficiënt beïnvloed om het fluorescente materiaal te veroorzaken om te fluoresceren. Van het fluorescerende fluorescente materiaal, wordt de graad van homogeniteit in het vloeibare epoxymengsel bepaald. Op het bereiken van gewenste homogeniteit, zijn het substraat met spaander en de batterij ingekapseld in het vloeibare epoxymengsel. Na het inkapselen, wordt het vloeibare epoxymengsel genezen in een stevige massa.