A viewfinder for a camera with an adjustable diopter includes an objective lens and an eyepiece lens each having an optical axis extending parallel to a longitudinal axis of the camera. Light rays from the objective lens are reflected by a mirror and directed in one direction parallel to a transverse axis of the camera onto a focusing screen to form an object image. A first triangular prism receives light rays from the object image and reflects and directs the received light rays in opposite direction parallel to the transverse axis. A second triangular prism receives light rays from the first prism and reflects and directs the received light rays in the direction parallel to the longitudinal axis and toward the eyepiece lens. The first prism is supported and guided for linear displacement along the transverse axis, while the second prism is fixed to the body frame of the camera. A control knob operable by the camera operator is interconnected with the first prism through an interconnection mechanism composed of a two-arm lever and a spring cooperating with the lever. The interconnection mechanism responds to the operation of the control knob by causing linear displacement of the first prism along the transverse axis so as to change optical distance between the focusing screen and the eyepiece lens to achieve adjustment in diopter of the viewfinder.

Viewfinder voor een camera met regelbare diopter omvat een objectieve lens en een ooglenslens elk die het optische as uitbreiden heeft zich parallel met een longitudinale as van de camera. De lichte stralen van de objectieve lens worden weerspiegeld door een spiegel en in één richting parallel met een transversale as van de camera op het het concentreren zich scherm opdracht gegeven aan om een objecten beeld te vormen. Een eerste driehoekig prisma ontvangt lichte stralen van het objecten beeld en wijst en leidt op de ontvangen lichte stralen in tegenovergestelde richting parallel met de transversale as. Een tweede driehoekig prisma ontvangt lichte stralen van het eerste prisma en wijst en leidt op de ontvangen lichte stralen in de richting parallel met de longitudinale as en naar de ooglenslens. Het eerste prisma wordt gesteund en voor lineaire verplaatsing langs de transversale as geleid, terwijl het tweede prisma aan het lichaamskader van de camera wordt bevestigd. Een controleknop opereerbaar door de cameraexploitant wordt met het eerste prisma door een interconnectiemechanisme onderling verbonden dat uit twee-wapen hefboom en de lente wordt samengesteld die met de hefboom een samenwerken. Het interconnectiemechanisme antwoordt aan de verrichting van de controleknop door lineaire verplaatsing van het eerste prisma langs de transversale as te veroorzaken om optische afstand tussen het het concentreren zich scherm en de ooglenslens te veranderen om aanpassing in diopter van viewfinder te bereiken.