An encoder operates in accordance with the transparent scanning principle. The encoder includes a rotating shaft, a partial disk connected nonrotatably concentrically with the shaft, an illuminating unit, and a scanning receiver located axially in front of the end of the shaft. The illuminating unit is connected nonrotatably centrally with the shaft and rotates with the shaft on the side of a partial disk that faces away from the scanning receiver. The scanning receiver includes a monolithic photoreceiver array which is formed with photosensitive sensor areas associated with an angular displacement of the partial disk.

Een codeur werkt overeenkomstig het transparante aftastenprincipe. De codeur omvat een roterende schacht, een gedeeltelijke schijf die nonrotatably concentrically aan de schacht wordt verbonden, een verlichtende eenheid, en een aftastenontvanger die axiaal voor het eind van de schacht wordt gevestigd. De verlichtende eenheid wordt nonrotatably centraal verbonden aan de schacht en roteert met de schacht aan de kant van een gedeeltelijke schijf die vanaf de aftastenontvanger onder ogen ziet. De aftastenontvanger omvat een monolithische photoreceiverserie die met fotogevoelige sensorgebieden verbonden aan een hoekige verplaatsing van de gedeeltelijke schijf wordt gevormd.