A method for monitoring an electronically controlled drive unit of a
vehicle uses actual vehicle acceleration and a preselected vehicle
acceleration. Actual acceleration is determined from any of an
acceleration sensor or vehicle speed sensors. When actual acceleration is
greater than the preselected acceleration, a reaction is initiated to
reduce vehicle acceleration.
Een methode om een elektronisch gecontroleerde aandrijvingseenheid van een voertuig te controleren gebruikt daadwerkelijke voertuigversnelling en een voorgeselecteerde voertuigversnelling. De daadwerkelijke versnelling wordt bepaald van om het even welk van een van het versnellingssensor of voertuig snelheidssensoren. Wanneer de daadwerkelijke versnelling groter is dan de voorgeselecteerde versnelling, wordt een reactie in werking gesteld om voertuigversnelling te verminderen.