A briquette, and method of making it, for use in gas-fired barbecue grills. The briquette features three desirable characteristics: (1) relative permanency or durability, i.e. it is useable a number of times without physical disintegration or shedding of ash; (2) the desirable heat absorption and radiation characteristics of lava rock; and (3) the ability to impart flavor to the grilled food. Broadly described, the briquette includes from about 60 percent to about 95 percent by weight lava rock fines such as scoria or basalt fines, from about 5 percent to about 15 percent by weight calcium aluminate and/or Portland cement, less than 5 percent by weight starch; and--before drying in manufacture--from about 0.2 percent to about 8 percent by weight water. Ideally, the briquette also includes up to about 10 percent by weight wood particles such as hickory or mesquite shavings. A method for making the inventive briquette is disclosed.

Een briket, en methode van het maken het, voor gebruik in barbecuegrills met gas. De briket kenmerkt drie wenselijke kenmerken: (1) de relatieve permanentie of de duurzaamheid, d.w.z. het zijn bruikbaar een paar keer zonder het fysieke desintegratie of afwerpen van as; (2) de wenselijke van de hitteabsorptie en straling kenmerken van lava schommelen; en (3) de capaciteit om aroma aan het geroosterde voedsel te verlenen. Ruim beschreven, omvat de briket van ongeveer 60 percenten aan de rotsboetes van de ongeveer 95 percenten in gewicht lava zoals scoria of basaltboetes, van ongeveer 5 percenten aan het aluminaat van het ongeveer 15 percenten in gewicht calcium en/of Portlandcement, minder dan 5 percenten in gewicht zetmeel; en -- alvorens in vervaardiging -- van ongeveer 0,2 percenten aan ongeveer 8 percenten te drogen in gewicht water. Ideaal gezien, omvat de briket tot ongeveer 10 percenten in gewicht ook houten deeltjes zoals hickory of mesquite spaanders. Een methode om de vindingrijke briket wordt te maken onthuld.