A method of computerized language instruction for a student. Based on data regarding past performance of the student, an adjustable speech recognizer is adjusted. An utterance is received from the student, and the utterance is processed using the adjusted adjustable speech recognizer. The adjustable speech recognizer may comprise an Automatic Speech Recognition (ASR) engine. A set of contexts is created. Each context includes a set of words and utterances selected to allow recognition of the words and utterances by a speech recognizer. For each context, a set of subcontexts is created. Each subcontext includes the words and utterances of the context and selected mispronunciations or misarticulations of the words and utterances of the context. Recursively passing a portion of a received utterance to an ASR engine is described. According to one embodiment, a context includes a set of words and utterances selected to allow recognition of the words and utterances by a speech recognizer, and a set of distracters, which comprise sets of syllables used less frequently in the context, the sets of syllables not forming words or utterances in the context. Systems based on the described methods are disclosed.

Een methode van geautomatiseerde taalinstructie voor een student. Gebaseerd op gegevens betreffende afgelopen prestaties van de student, wordt een regelbaar toespraakwaarnemingssysteem aangepast. Een uiting wordt ontvangen van de student, en de uiting wordt verwerkt gebruikend het aangepaste regelbare toespraakwaarnemingssysteem. Het regelbare toespraakwaarnemingssysteem kan uit een Automatische motor van de Toespraak bestaan van de Erkenning (ASR). Een reeks contexten wordt gecreeerd. Elke context omvat een reeks woorden en uitingen die erkenning van de woorden en de uitingen toe te staan door een toespraakwaarnemingssysteem worden geselecteerd. Voor elke context, wordt een reeks subcontexts gecreeerd. Elke subcontext omvat de woorden en de uitingen van de context en geselecteerde mispronunciations of misarticulations van de woorden en de uitingen van de context. Recursief wordt het overgaan van een gedeelte van een ontvangen uiting tot een ASR motor beschreven. Volgens één belichaming, omvat een context een reeks woorden en uitingen die erkenning van de woorden en de uitingen toe te staan door een toespraakwaarnemingssysteem worden geselecteerd, en een reeks distracters, die uit reeksen lettergrepen bestaan die minder vaak in de context worden gebruikt, de reeksen die lettergrepen woorden of geen uitingen in de context vormen. De systemen die op de beschreven methodes worden gebaseerd worden onthuld.